Javascript staat uit. Voor een optimale werking moet Javascript worden ingeschakeld.

SailingPegasus.nl - Zeilen met de Pegasus - Blogdetails
Datum: 10-01-2018    Gambia: Lamin Lodge
 
Dinsdag 09-01-2018
Lamin Lodge ligt vlakbij het grootste dorp Lamin (met ongeveer 35.000 inwoners) in Kombo, Noordwestelijke Divisie van Gambia. Voor onze boodschappen gaan we naar Serekunda, dat is de grootste stad van Gambia en ligt ten zuidwesten van Banjul. Hoewel Banjul de hoofdstad van Gambia is, verhindert de ligging ervan verdere groei, waardoor Serekunda de stad is die het snelste groeit.
 
We gaan proberen om wat voorraad in te slaan en daarvoor heeft G-Boy een taxi geregeld. Om 10:00 uur stappen we met zijn vieren in deze taxi, wat best een beetje krap is. Onze taxi chauffeur heet ‘Screw', maar ik noem hem al gauw ‘Screw-driver’. Vanaf Lamin Lodge moeten we eerst een paar kilometer over een hobbelige zandweg rijden en grote diepe kuilen ontwijken. We rijden langs velden (waar men een poging doet iets te laten groeien), zien de bekende grote Baobab bomen staan, rijden door de wijken van Lamin en passeren het Health Centrum en de basisschool van Lamin (opgericht door Nederlanders).
Eenmaal op de ‘Brikama-Highway’, een geasfalteerde weg, is het weer het dezelfde beeld dat we ook al in Dakar zagen. Chaotische drukte van het verkeer, vies en vuil en heel veel mensen die maar gewoon op hun kont zitten niets te doen. Er is zoveel te zien onderweg waar we ons over blijven verbazen. Kinderen in verschillende schooluniformen, de markt waar honderden dieren verhandeld worden en waar je slagers vindt die buiten de karkassen van de beesten hebben hangen. De koppen van de beesten hangen ze er vaak bij, zodat je kunt zien wat voor beest het is geweest! We vervolgen de weg via de ‘Kombo Silah Drive’ en komen op de ‘Kariaba Avenue’ uit, waar het ene bedrijf na het andere is gevestigd.
Allereerst gaan we ergens heen op geld te wisselen, zowel wij als Vincent willen euro’s omwisselen voor Dalasi’s. Na een aantal pogingen komen we uit bij een wisselkantoor waar we een gigantische berg aan biljetten krijgen. Met behulp van G-Boy tellen we alle stapeltjes goed na, want de biljetten hier zijn zo ontzettend oud en vies, dat ze aan alle kanten plakken. Het is ook zeker aan te raden om je handen goed te wassen na afloop!
Op naar de markt voor vers fruit en groente. G-Boy neemt ons mee naar één speciaal kraampje, daar moeten we onze spullen maar kopen. Duidelijk mag zijn dat hij deze mensen goed kent en hij zorgt dat de zeilers altijd bij hun terecht komen! Zo werkt dat hier in Gambia. We kopen groente (keuze valt een beetje tegen) en veel fruit in want dit ziet er goed uit. Het is voldoende voor de komende dagen en daarna zien we wel wat we elders kunnen krijgen. G-Boy laat ons een stukje proeven van de gedroogde vrucht van de Baobab boom. Je moet het lang in je mond houden en op zuigen, maar er zitten allemaal draadjes in en ik krijg al gauw kokhals neigingen. Nee, dit is aan mij niet besteedt en ook Vincent vindt het maar niets. Fred probeert het niet eens.
Vervolgens rijden we naar één van de grotere supermarkten volgens G-Boy, de ‘Kariaba Plaza Centre’. De meeste van deze supermarkten worden door o.a. Libanezen gerund, wat je heel goed kunt zien aan het assortiment! Wanneer we klaar zijn met de boodschappen, gaan we ook nog even op zoek naar een aantal voetballen. We willen graag een paar goede hebben, die gaan langer mee wanneer er mee op de straat gespeeld wordt (hopen we). We rijden langs een zaakje waar er een paar ballen in een netje hangen. Eerst wordt het dubbele gevraagd, omdat we blanke toeristen zijn, maar omdat G-Boy erbij is, gaat de prijs al gauw omlaag. Voor Vincent is Gambia een hele cultuur shock, hoewel hij wel vrij snel door heeft hoe je met Gambianen moet onderhandelen. We gaan uiteindelijk met 5 ballen naar huis. Voordat we de bloedhete taxi instappen, koopt G-Boy voor ons een koele versnapering in de vorm van een plasticzakje gevuld met waterijs van de baobab boom. Je moet een gat maken in het zakje en dan het ijs er uit zuigen. Dit is wel erg lekker! Of het verstandig van ons is om iets te eten waar ijs in zit, dat is een vraag die we pas later kunnen beantwoorden als onze darmen gaan protesteren. Maar voor nu is het lekker koel! We duiken de taxi weer in en rijden terug naar de boot. G-Boy helpt ons om alles in de dinghy te leggen.
 
Op de boot aangekomen stouwen we alle boodschappen weg en gaan vervolgens bij Koen en Iris een biertje drinken. Samen met Iris en Koen gaan we de rivier op en in overleg besluiten we om zo snel mogelijk naar Janjanbureh (Georgetown te varen) en dan langzaam terug. Dit omdat we van anderen hebben begrepen dat het eerste stuk nu niet het meest boeiende stuk van de rivier is. Voor Vincent is het ook leuker om mensen van zijn eigen leeftijd in de buurt te hebben, in plaats van alleen maar met ons ‘oudjes’ op gescheept te zitten. We gaan gezamenlijk in Lamin Lodge nog wat drinken en een hapje eten. We moeten daar op tijd zijn omdat er geen verlichting is en de bar/restaurant al vroeg sluit. Onbegrijpelijk dat ze hier niets aan doen. Hoe moeilijk kan het zijn om een generator te plaatsen? Hier zal ik later nog wat meer over vertellen. Daar aangekomen ontmoeten we de andere Nederlanders en een Engels man ‘Ed’ genaamd, bijzondere beetje wereld vreemde man. Maar het blijft gezellig om andere mensen te ontmoeten. De volgende dag zullen we naar Banjul varen om van daaruit de dag daarop de  rivier op te gaan.
 
Woensdag 10-01-2018
Voordat we vandaag weer naar Banjul varen, moeten Iris en Koen nog water regelen (zij hebben geen watermaker) en diesel tanken. Wij hebben ook diesel nodig en daarom gaan Fred en Vincent naar de kant toe. Door een miscommunicatie tussen de boot-boys was er voor ons geen taxi beschikbaar. Koen is zo aardig om onze 4 jerrycans mee te nemen en deze te vullen met diesel. Omdat Fred en Vincent daar toch zijn, krijgen ze meteen van G-Boy een kleine rondleiding over het terrein, zo krijgt Vincent meteen een indruk hoe het hier toe gaat.
 
Oesterfarm
Zodra je de poort uit bent van Lamin Lodge kom je op het terrein van de lokale mensen, waar een oesterfarm is gevestigd. De oesters hechten zich aan de wortels van de Mangroves en de vrouwen gaan bijna dagelijks bij eb het water op om de oesters te steken. De grote oesters worden verkocht aan de restaurants en de kleinere worden gekookt en gegeten. De lege schelpen worden eerst gedroogd (daarom zie je hier enorme stapels met oesters liggen), verbrand en daarna vermalen tot poeder om de paden mee te versterken. Het pad naar Lamin Lodge loopt is op deze manier gemaakt. Ook worden de schelpen gebruikt om verf van te maken en kippenvoer (vanwege het hoge kalkgehalte). Er liggen hele grote stapels met oesters op het terrein.
Internet boom
Op het zelfde terrein staat een gigantische ‘kleurrijke’ baobab boom. Hier kun je een plekje op de boom kopen om een advertentie te plaatsen, voor een maand of langer. We denken er nog over na om dit te doen, want het lijkt ons leuk om onze namen vereeuwigd te zien op deze boom (voor zolang het duurt tenminste). Controleren kunnen we dat natuurlijk niet alleen aan de hand van foto’s die na ons gemaakt worden en op internet geplaatst hebben.
In de middag komt Koen samen met ‘Henry’ (hun bijzonder aardige boot-boy) terug in een Pirogues boot gevuld met jerrycans met water en onze jerrycans met diesel. Bedankt Koen en Henry!
Rond een uurtje of 15:00 vertrekken we richting Banjul en gaan daar voor anker. Het is de eerste keer dat Vincent mee vaart op onze boot en dat vinden we toch wel heel speciaal.
Morgen gaan we de rivier op!

----------
 
     << Terug >>