Javascript staat uit. Voor een optimale werking moet Javascript worden ingeschakeld.

SailingPegasus.nl - Zeilen met de Pegasus - Blogdetails
Datum: 5-01-2018    Senegal: 2e blog over Dakar
 
2017-12-23 t/m 2018-01-04
De stad
De bijnaam van Dakar is “Teranga”, wat gastvrijheid betekent. Dakar is ooit gesticht door bewoners van een dorp genaamd Yoff, een nabij gelegen vissersdorpje, maar tegenwoordig een buitenwijk. Sinds 1902 is Dakar de hoofdstad van Frans West-Afrika en later in 1960 werd het de officiële hoofdstad van Senegal. Er wonen ruim 2 miljoen inwoners uit verschillende etnische groepen en culturen, zoals de Wolof, die de meerderheid vormen, de Toucouleurs, Sérères, Peuls, Mandingo, Diola, ...  De voertaal is Frans en daarnaast een mengelmoes van talen uit de bovenstaande groepen. Er zijn verschillende wijken die allemaal hun eigen bijzonderheden hebben. Een “moderne” centrum, met ambassade, ministerie en hotels en als contrast de wijken er om heen, die ik al eerder beschreef. Overal waar je kijkt ligt er zand, van schoonvegen hebben ze hier nog nooit gehoord, dit in tegenstelling tot Marokko, waar straatvegers overal te zien waren. We zien paarden karren voorttrekken, gedeukte taxi’s en glimmende SUV’s over de kleine zandweggetjes rijden. Geiten en schapen, dames in prachtig gekleurde gewaden en keurig geklede zakenmensen, mensen in kleding die tot de draad versleten zijn lopen met grote schalen en manden op hun hoofd. Aan de achterkant van de taxi’s, onderaan de bumper hangt een staart van koeienhaar, voor goed geluk. Je ziet hier, ondanks dat er veel moslims zijn relatief weinig vrouwen die hoofddoekjes dragen. Er zijn wel moskeeën, maar minder nadrukkelijk aanwezig dan in een land als Marokko. Langs de snelwegen, die de diverse wijken met elkaar verbinden, hangen allerlei mensen rond om hun waren aan de man te brengen.
 
Wat is er te zien?
Hier lopen de meningen volgens diverse bronnen duidelijk nogal uiteen. De stad zou een interessant aanbod Franse en Afrikaanse architectuur hebben, maar dat is ons allemaal een beetje tegengevallen. Dakar is een stad van uitersten, het contrast is tussen het centrum en de troosteloze vuile sloppenwijken er omheen. Er is een Medina, een levendige handelswijk met traditionele huizen, die veelal gebouwd zijn rondom een binnenplein waar meestal een baobab boom staat. Deze grote boom zorgt voor de broodnodige schaduw. Ten noorden van het Onafhankelijkheidsplein ligt het treinstation, een imposant gebouw dat nu in de steigers staat vanwege een restauratie. In de Medina is een leuke en typisch Afrikaanse markt waar je van alles kunt halen: fruit, groenten en nog veel meer artikelen. Ook is er een toeristische markt genaamd Marché Kermel. In de wijk HLM is een lapjesmarkt daar worden in kleine zaakjes mooie gekleurde (gewaxte) lappen stof verkocht. We zijn de enige blanke mensen op de markt en vallen echt wel op. Natuurlijk kan ik de verleiding niet weerstaan en koop bij twee verschillende zaakjes grote stukken stof en met een beetje afdingen komen we op een redelijke goede prijs uit.
Er is een museum voor de Afrikaanse kunst Museum de L’lfan en ons was aangeraden om dit museum zeker te gaan bezoeken om zo een goede indruk te krijgen van de cultuur en kunst van Afrika. Het is een groot imposant gebouw met tuin en hek er om heen. Bij binnenkomst moeten we entreegeld betalen, voor buitenlanders is dit 5000 Dalasi (€ 8,00) en voor inwoners van Dakar 2000 Dalasi (€ 3,00). We worden gewoon als blanken buitenlanders gediscrimineerd. Maar dan verteld het mannetje achter het bureautje ons dat het museum nog maar een klein uurtje open is. Zullen we dan maar op een andere dag terugkomen vragen we ons af, maar dan zegt het mannetje dat, omdat het museum nog maar een uurtje open is, we maar 2000 Dalasi hoeven te betalen. Beter iets aan inkomsten dan niets, zullen we maar zeggen. Het museum is niet wat we er van hadden verwacht en zeker niet te vergelijken met een westers museum. Grote ruimtes waar relatief zeer weinig tentoongesteld is en alles ziet er uit alsof er al jaren niets aan veranderd is. Maar goed, je krijgt een beetje de indruk van de cultuur. We struinen toch nog ongeveer half uurtje rond en houden het dan voor gezien. Ik moet nodig naar het toilet, maar daar blijkt geen water te zijn om door te spoelen en mijn handen te wassen. Van het museum mannetje krijg ik hiervoor een fles met water aangereikt. We beginnen al te wennen aan dit soort dingen. In een ander gebouw is een tentoonstelling voor Moderne Art, maar dat vonden we niet veel bijzonders.
We brengen ook een bezoek aan het Eiland Gorée, een voormalig slaveneiland dat voor de kust van Dakar ligt.
Een taxi brengt ons naar de terminal van de ferry, maar voordat we het terrein op mogen moeten we eerst ons paspoort laten zien. Die hebben we natuurlijk niet bij ons, want wanneer we op pad zijn nemen we alleen een kopie van ons paspoort mee uit veiligheidsoverwegingen. De militair die ons om het paspoort vraagt is nogal verbaasd dat we alleen een kopie bij ons hebben, maar we mogen toch doorlopen. Bij een iets wat vaag loketje kopen we een kaartje voor 5200 CFA (€ 8,00), wat we redelijk prijzig vinden voor dit land. Het lijkt er op dat we ook hier veel meer moeten betalen dan de inwoners van Senegal. We worden vervolgens naar een soort wachtruimte gedirigeerd, de boot was vol en we moeten wachten op de volgende. Omdat we snakken naar iets te drinken en te eten gaan we op zoek naar een restaurant o.i.d. Er bevindt zich achter de afzetting een grotere wachtruimte met daarbij een plek waar we iets kunnen kopen, maar daarvoor moeten we eerst weer ons paspoort laten zien en zelfs de kopie als borg achter laten. We ontvangen een soort pasje en mogen achter de afzetting en kopen iets te eten en te drinken. Nu is het wachten op de volgende boot. Vlak voor het vertrek van onze veerboot leveren we het pasje in en krijgen ons paspoort kopie terug. Na 20 minuten komen we aan op het slaveneiland en wijzen meteen alle aanbiedingen van gidsen af. We wandelen liever zelf over het eiland.
Dit voormalige slaveneiland van Dakar en is één van de belangrijkste monumenten van de slavenhandel tussen de 16e en 19e eeuw. Inmiddels is het eiland ook uitgeroepen tot wereldmonument van Unesco. Op het eiland zijn de invloeden van de verschillende overheersers (Portugezen, Hollanders, Engelsen en Fransen) nog goed te zien en dat geeft het eiland een bijzonder karakter. Zij gaven het eiland uiteindelijk ook zijn naam. Op het eiland staat het fort “Maison des Esclaves”, dit is het enige slavenhuis op het eiland dat overgebleven is. Het is in zijn geheel gerestaureerd en wordt geconserveerd door Joseph Ndiaye. Deze Charismatische 80-jarige man geeft nog steeds zelf de rondleidingen. Hier vandaan werden Afrikaanse slaven verhandeld en ingescheept op een houten boot via de Atlantische Oceaan richting Nieuwe Wereld. Ontsnappen uit het fort en naar de kust zwemmen was met een 5 kilogram zware metalen bal aan de voeten en nek geen optie. Het museum geeft je een beter inzicht in de pakkende verhalen over deze zwarte bladzijde uit de geschiedenisboeken. Maar ook hier is al lange tijd niet veel meer aan de tentoonstelling gedaan. Met plaatselijk schaamte voor onze voorvaderen lopen we door het fort. Op het eiland zijn ook een aantal kleine restaurantjes, een strand en tegenwoordig ook enkele toeristische souvenirs stalletjes. We wandelen door de kleine straatjes met mooie gekleurde huisjes, afgewisseld door vervallen gebouwen. Op het plein zien we een grote Baobab boom en bij een klein stalletje zien we de vrucht van deze boom liggen. Hier vertel ik later meer over. Bij één van de restaurantjes drinken we nog wat en nemen dan de veerboot terug naar Dakar.
 

Taxi’s
Het is heel gewoon dat de taxi chauffeurs het dubbele of zelfs meer vragen voor een ritje. Nu weten we wel wat een ritje kost en dingen gewoon de prijs af onder het soms luid gemopper van de taxichauffeur. Maar gelukkig zijn ze niet allemaal het zelfde en sommige vragen een goede/redelijke prijs en krijgen daardoor ook gauwer een tip van ons. We hebben af en toe hele gesprekken, veelal met handen en voeten, maar soms zelfs in het Engels. De gemiddelde prijs voor een kort ritje is CFA 1000, wat neer komt op ongeveer € 1,50. Maar rijdt een taxichauffeur je helemaal rond en wacht overal totdat je klaar bent, dan ben je natuurlijk meer kwijt. Het beste is altijd om meteen een vast bedrag aftespreken.

Supermarkt
Vlakbij de CVD vindt je hele kleine mini marktjes, maar ook op loop afstand is een wat grotere supermarkt, Auchan, te vinden. Deze maakt deel uitmaakt van grotere keten. Er staat een bewaker bij de deur die alles nauwlettend in de gaten houdt. We zijn hier één van de weinige blanken.
 
Wasjes
Onze vuile was laten we een aantal keren doen door een vriendelijke dame van de CVD. Voor een € 6,00 is alles weer schoon en keurig opgevouwen.
 
Afval
Wordt nauwkeurig bekeken door de vaste mensen van de CVD, want er kan altijd nog iets bruikbaars tussen zitten. Vooral plastic flessen en karton willen ze graag hebben. Er wordt uitgelegd dat het karton fijngemalen wordt en vermengd wordt met het voer van de dieren. Dat vult de maag goed en kost hun minder echt voer. Rest afval wordt in een ton gegooid en om de zoveel tijd verbrand.
 
Kerst in Dakar
Vorig jaar waren we in Rabat, Marokko en vierden kerst met onze Nederlandse buren. Dit jaar liggen we met onze boot als enige Nederlanders in de baai. In dit land is totaal geen sprake van enige kerstsfeer en we missen dan ook het kerstgevoel. We hebben totaal geen zin om de boel een beetje te versieren en besluiten om het maar zo te laten, dat komt volgend jaar wel weer! In Spanje hebben we een soort van Kerststol gekocht die heel lang houdbaar is. Tijdens de feestdagen peuzelen we deze lekker op met roomboter uit blik! Om toch iets aparts te eten op 1e kerstdag maken we een groot blik met “Casserol de Canard” open (gekregen van mijn vriendin Ludmilla). Samen met wat aardappelpuree uit een pakje hebben we toch nog een soort van kerstmaaltijd! Het ziet er misschien wat bleekjes uit, maar het smaakte erg goed.
 
Tandarts bezoek
Op 2e kerstdag (hier wordt deze niet gevierd en is alles gewoon open) gaan we op zoek naar een betrouwbare tandarts want bij Fred er is een stukje van zijn tand afgebroken. Via internet vinden we een tandarts die ons het meeste aanspreekt, sosdentiste.groupemak.com
We nemen de taxi naar het adres, maar dit blijkt niet helemaal juist te zijn. Met een beetje rondvragen in de buurt blijkt dat de tandarts onlangs verhuist te zijn naar een nieuw gebouw. We kunnen meteen geholpen worden, maar moeten wel eerst even betalen. De tandarts spreekt zeer goed Engels en verteld ons dat hij in Amerika gestudeerd heeft en getrouwd is met een Amerikaanse die daar nog woont. Hij werkt een aantal dagen als tandarts en is daarnaast is hij ook nog eens piloot. Het is zijn eigen praktijk en hij heeft 15 mensen in dienst. Trots als hij is, laat hij ons de overige kamertjes zien die er erg netjes uitzien. Hij repareert zorgvuldig de tand van Fred en wordt hierbij geassisteerd door twee mannen, die keurig met handschoenen aan werken. Het is een goede betrouwbare tandarts en de kosten zijn, 26.000 CFA (€ 40,00) voor deze behandeling  en vallen dus reuze mee. Tandarts Abdel Kader Bengeloun, bevindt zich in de wijk Sacre Coeur 3, 9071 Rue SC 39, Dakar. Telefoonnummer: +221 776386250. sosdentiste@orange.sn
 
CVD en ankerplaats
Er liggen in deze baai boten met de Franse, Amerikaanse en Senegalese nationaliteit voor anker. De meeste boten zien er uit of ze hier al jaren liggen en dat is dan ook zo. Verlaten, vervallen en sommige bewoond door lokale mensen. De overige boten zitten ook dik onder het rode zand, waardoor zelfs de nieuwkomers er uit zien alsnog ze hier al een eeuwigheid liggen. Moussa is een aardige man die werkt voor de CVD en met zijn bootje, als watertaxi, heen en weer vaart tussen de zeilboten. Hij controleert minimaal 1x per dag of alles goed is en of je hulp nodig hebt. Regelmatig maken we gebruik van zijn bootje, maar soms neemt hij alleen ons afval of de was mee naar de kant.
We nemen met vaste regelmaat een biertje in het clubgebouw en je kunt er goed eten voor weinig geld. Er komen interessante mensen daar, maar helaas verloopt de communicatie, door ons gebrekkige Frans, wat moeizaam. Zo ontmoeten we een Spanjaard die op de motor door Afrika trekt en zijn tentje op het terrein heeft mogen opslaan en een Zwitserse dame die op bezoek is bij haar broer die hier al een poosje verblijft.
Ontmoeting met vissersmannen
Op het strand raken we in gesprek met Sam een visser die redelijk goed Engels praat. Hij nodigt ons uit om bij zijn bevriende visser Ibrahim, die een hutje heeft op het strand, thee te drinken. Ibrahim spreekt alleen Senegalees en Frans. Met een paar woorden Frans komen we toch al een eind en de rest wordt door Sam vertaald. Ze vertellen over het leven als visserman en dat er soms een visser niet meer terug komt van de zee. Nu verbaasd ons dat niet, want als je ziet met wat voor bootjes zij de zee trotseren is het echt een wonder dat er niet meer verdrinken. Ibrahim heeft slecht 2 theeglaasjes dus krijgen we om de beurt een mierzoet kopje thee. Ze houden van zoet hier! Dit soort ontmoetingen zijn erg leuk en zo krijgen we een kijkje in het leven van een visserman. Bij ons afscheid krijg ik 2 kleine geluk schelpjes van Ibrahim dat ik erg lief vindt. De volgende dag laat ik het armbandje zien waaraan ik het schelpje heb gemaakt, wat hem een grote glimlach op zijn gezicht bezorgd.
Ontmoeting met vrienden uit Nederland
Mijn lieve vriendin Bintou komt uit Gambia/Senegal en is op vakantie met haar gezin in Dakar. Een mooie gelegenheid om elkaar te treffen en een afspraak is gauw gemaakt. Haar man Mathijs haalt ons samen met haar broer op bij de CVD. Hun appartement ligt in Yoff, dat is helemaal aan de andere kant van Dakar. Na ruim 30 minuten in de taxi kunnen Bintou en ik elkaar weer omhelzen. Wat is het fijn om elkaar weer te zien.
We brengen daar de middag door, samen met haar kinderen en nog een heleboel andere familieleden. In Senegal en Gambia is er altijd wel familie over de vloer en veelal eten ze ook allemaal mee. We gaan een wandeling langs het strand maken, wat op loopafstand is van hun appartement. Fred gaat ook nog even met Bintou en andere familieleden geld pinnen en wat boodschapjes doen. Bintou legt Fred uit dat hij wat afstand moet nemen van hun groepje anders betalen ze veel meer voor de boodschappen. Blanke mensen betalen sowieso meer dan de lokale. Alweer een duidelijk voorbeeld dat blanken gediscrimineerd worden in dit land. Ze gaan er gewoon vanuit dat je rijk bent omdat je blank bent. Daarna genieten we van een echte Senegalese maaltijd. Het is een gezellige drukte in het appartement van rondrennende kinderen en in verschillende talen(dialecten) pratende mensen. De familieleden van Bintou kunnen niet begrijpen dat we met een eigen zeilboot helemaal van Nederland naar hier gevaren zijn. Ondanks de taalbarrière, Frans is niet echt onze taal, lukt het ons toch om samen met Bintou’s vertalingen uit te leggen hoe ons leven nu aan boord is. We laten filmpjes zien van de overtochten, waarop de familie met ongeloof reageert. Erg leuk om zo deel uit te maken van haar familie, we horen er helemaal bij.
Op een andere dag zien we elkaar weer en ook dan eten we weer gezellig mee. Bintou heeft haar haar op de Afrikaanse manier laten vlechten (dat kost één dag). Ze maakt met behulp van gekleurd nep haar ook twee vlechtjes in mijn haar. Ik krijg ook een hele mooie lap stof van haar om een echte Afrikaanse rok mee te kunnen maken. Super lief! Ze had het liefste een rok laten maken voor mij, maar wegens tijdgebrek is dat niet gelukt. We hebben een naaimachine aan boord, dus ga ik zelf aan de slag. Dan is de tijd om weer afscheid te nemen en knuffelen we elkaar nog eens stevig. Het zal wel een poosje duren voordat we elkaar weer zien. Maar het was wel bijzonder om elkaar in haar eigen land te treffen! We zullen jullie missen!
 
Oud & Nieuw vieren
We zijn de enige Nederlanders tot vlak voor Oud & Nieuw, dan verschijnt er ineens een andere zeilboot, de Immaqa. Op de ochtend na hun aankomst varen Iris en Koen met hun dinghy langs onze boot. Ze herkennen de naam van de boot van het boek de Green Miles. Het is altijd leuk om contact te hebben met andere Nederlanders, zeker hier. We vertellen hun het één en ander hoe het hier toe gaat. Waar ze kunnen inklaren, taxi’s, geld pinnen etc. Morgen, op oudejaarsavond, is er een groot feest met muziek en eten in het clubgebouw en we spreken af om met z’n vieren daar heen te gaan.
We hebben geen al te hoge verwachtingen wat betreft het vieren van het oudejaar hier, maar we gaan met een “open mind” naar de kant toe. Samen met Koen en Iris arriveren we in het clubgebouw waar allerlei tafels en stoelen buiten neergezet zijn. Grote speakerboxen worden geplaatst en niet veel later schalt de Reggie muziek over het terrein. Er is eten op één van de tafels uitgestald en er is speciaal een dame die de borden opschept. De mensen hebben zich allemaal bijzonder netjes aangekleed. Zo zien we Moussa keurig in het pak, weer wat anders dan de tot de draad toe versleten trui. Allemaal vrolijke gezichten, gezellige sfeer en de drank vloeit rijkelijk. We worden al gauw aangestoken door de muziek en dansen lekker mee op de muziek. Een paar minuten voor 12 beginnen wij met z’n vieren spontaan afte tellen (hoe Hollands kan je zijn) en al gauw doen er meer mensen met ons mee. Klokslag 12 uur wensen we elkaar een gezond en gelukkig 2018 toe en worden we van alle kanten omhelsd en gezoend. Er wordt zelfs vuurwerk afgeschoten en de kinderen staken al een paar uur rotjes e.d. af. Het feest gaat nog enkele uren door en wij zoeken na een paar uurtjes toch maar ons bedje op. Het was een bijzondere avond om in Senegal oudejaarsavond te vieren.

Ontmoeting met andere zeilers
We spreken Koen en Iris van Immaqa regelmatig en zij vertellen dat ze onderweg naar Dakar, net als wij,  ook pech hebben gehad met hun stuurautomaat. Onze oude stuurautomaat hebben we bewaard als reserve en laat dit nu dezelfde zijn die zij hebben. We lenen deze stuurautomaat aan hun uit, zij hebben hem meer nodig dan wij. De onderdelen die nodig zijn om die van hun te maken worden besteld en door vrienden meegenomen uit Nederland. We vertellen Iris en Koen dat ons plan is om naar Banjul, Gambia te varen en daar de rivier op te gaan. Ook zij hebben het zelfde plan en we besluiten om op dezelfde dag te vertrekken en gelijk met elkaar op te varen.
 
Klusjes en overige dingentjes?
De stuurautomaat konden we gelukkig redelijk gemakkelijk weer repareren. De lekkage van het water bij de motor was veroorzaakt door een gaatje in het waterlock. Deze was tegen een stang gaan jutteren (was niet goed bevestigd door de monteurs die de motor hebben geïnstalleerd) waardoor er een gaatje ingesleten was. Ook dit hebben we gelukkig kunnen repareren.
We hebben geprobeerd de boot schoon te maken, maar de volgende dag lag er net zoveel zand. Zucht, onbegonnen werk.
We hebben de watermaker uitgeprobeerd en deze doet het naar tevredenheid! Dat scheelt een hoop gesjouw met waterflessen.
Ons groen/rood boeglampje is onderweg stuk gegaan en daarvoor hebben we opnieuw een stuk draad moeten trekken om dit te herstellen. Weer een klusje van de lijst af!
We hebben onze zeilpakken schoongemaakt, uitgespoeld en te drogen gehangen.
 
De dag voor ons vertrek gaan we met z’n vieren met een taxi naar de havenpolitie om uit te klaren en naar een benzinestation om diesel te tanken. Hiervoor namen wij 4 en zij 2 jerrycans mee en met de taxichauffeur spreken we een vast bedrag af om heen en terug te rijden. Het is een beetje krap en behoorlijk warm met zijn 5 personen in de taxi. Op de heenweg neemt de taxi een “short-cut” over een zandweg met veel kuilen en gaat daar al meteen door zijn vering heen. Dat beloofd wat voor de terug weg wanneer alle jerrycans gevuld zijn, want dan moet hij niet alleen 5 personen vervoeren, maar ook nog eens 130 ltr diesel! Bij de havenpolitie moeten we wachten op de dame van het kantoor. Er staat een groepje beambten te ouwehoeren met elkaar en er staat een tv luid aan. Na 15 minuten vraag ik maar eens hoelang het nog gaat duren, maar dan blijkt dat de dame allang weer terug is…… Ze laten ons gewoon wachten zonder iets te zeggen. De stempel is in een paar tellen gezet en we kunnen weer vertrekken. Op weg naar de benzinepomp, te temperatuur is inmiddels gestegen naar ruim over de 30 graden en het is even afzien in de taxi. Dan blijkt dat we niet kunnen pinnen bij de pomp en moeten alles cash betalen. Op de terugweg begint de taxichauffeur ineens over het extra gewicht en wil meer geld voor zijn ritje hebben, maar we houden voet bij stuk, afspraak is afspraak, hij wist dit van te voren. Hij blijft door mopperen tot aan de poort van de CVD en ook nadat we alweer buiten staan. We zijn er klaar mee, dat gezeur! Bij de CVD staan er meteen bereidwillige dragers voor ons klaar, ons vaste mannetje en een onbekende man, die sjouwen ongevraagd de jerrycans naar de dinghy’s toe. Onderweg op de steiger zegt de man achter mij “I love you so much, will you merry me? Bij de dinghy aangekomen wordt dit mannetje nogal handtastelijk en wil ons (Iris en mij) zoenen. Ik vind het genoeg geweest en maak heel duidelijk dat ik hier niet van gediend ben. De fooi die het onbekende mannetje krijgt is natuurlijk niet genoeg en het begint nu echt vervelend te worden. We negeren hem verder en vertrekken met onze dinghy’s naar de boot.
 
Gezondheid
Sinds we in Dakar aangekomen zijn we begonnen met hoesten en niezen. De luchtvervuiling in Dakar is echt heel erg en van roetfilters hebben ze hier nog nooit gehoord. Deze atmosfeer is niet goed voor onze longen. Al het stof en het fijne rode zand wat overwaait uit de Sahara, zorgt voor droge neuzen en schrale kelen. Nee, dit is niet de meest gezonde plek op deze aardbol. Eigenlijk willen we hier maar gewoon weer snel weg.
 
Algemene indruk van Senegal
Wat wij tot nu toe hebben ervaren is dat Senegal een beetje tegen valt. Dakar is een grote vieze en veel te drukke stad. Er heerst veel chaos en de mensen zijn wat stug. Meestal willen ze iets van je en lopen vaak ongevraagd met je mee en willen hier dan ook nog eens geld voor hebben. Dit begint op een gegeven moment toch echt vervelend te worden. Natuurlijk zijn er leuke momenten geweest en hebben we nog lang niet genoeg van Senegal gezien om een goede mening te vormen, maar Dakar is in ieder geval niet een plek waar we (als we dat al zouden doen) vaker heen zouden gaan.
Op naar Gambia!
----------
 
 
7-02-2018, reactie van Ludmilla
Ach meis, je moet maar denken als je weer eens meer moet betalen dan de inwoners: wij Nederlanders hebben daar nogal huisgehouden.... (zoals je zelf voelde in het museum). En ze hebben niet zo veel...

 ----------
     << Terug >>