Javascript staat uit. Voor een optimale werking moet Javascript worden ingeschakeld.

SailingPegasus.nl - Zeilen met de Pegasus - Blogdetails
Datum: 26-03-2017    Lanzarote - Arrecife deel 2
 
De stad en omgeving
Lanzarote kenmerkt zich door bizarre maanlandschappen, witte huisjes, wuivende palmen, zwart lavazand, vulkanische bodems en grillige rotskusten. Daarnaast is er een smaragdgroen zoutmeer, vind je beschermde wijnranken en diepe grottenstelsels (deze gaan we nog bekijken).
Arrecife zelf is niet heel erg bijzonder, zelfs een beetje saai. Je hebt het wel gezien in een half dagje. De stad is wel van alle gemakken voorzien, zoals grote supermarkten, elektronicazaken en diverse kledingzaken. We hebben bij een soort Blokker zelfs onze vacuümzakken gevonden. Bij één van de supermarkten kunnen we zelfs een vaag merk pindakaas krijgen. Hoewel deze natuurlijk niet zo goed smaakt als de echte Calvé pindakaas, maar het is een goed alternatief. De bril van Fred begeeft het en nu moeten we op zoek naar een opticien. Gelukkig heeft Fred zijn oude bril nog en alle gegevens om een nieuwe te kunnen bestellen. Binnen 10 dagen is hij in het bezit van een nieuwe bril!

Zoals eerder vermeld heb je de stadslagune “Charco de San Ginés” met vele restaurantje, waar het wel gezellig is. Bij aankomst vanaf zee zie je op de heuvel “Castillo de San José” liggen. Wanneer je vanaf de Marina naar de stad wandelt en de weg langs de kust volgt, kom je het 16e-eeuwse kasteel “Castillo San Gabriel” tegen. Dit kasteel bevindt zich op een landtong en is door middel van een tweetal wandelpaden en bruggen verbonden met het vaste land. Uitkijkend over zee heb je aan je linker hand een mooi uitzicht over “Boca Juan Réjon”, een inham die op natuurlijke wijze is afgesloten door rotsen, wat mooie brekers van de golven oplevert. Aan je rechter hand is een baai waar je goed kunt ankeren, deze is afgeschermd door “Punta Lagarta”. Op het strandje bij het kasteel heeft een kunstenaar van zand enkele beesten en “Starwars” figuren gemaakt. Verder lopend langs de boulevard zie je het hoogste gebouw van het hele eiland, Gran Hotel en Spa. Na dit hotel ligt het strand “Playa del Reducto”, een strand van bijna vijfhonderd meter lang met een wandelpromenade. Op het strand zelf zijn geen strandbars, hiervoor moet je eventjes de straat oversteken om te genieten van een hapje of een drankje. We zien een zestal oude mannetjes druk zitten te kwebbelen op een muurtje.
Achter het complex van de Marina staat een glazen gebouw Cabrera Medina, waar “Toerist Information” en “Rent a Car” gevestigd zijn. Bij de laatste hebben we een autootje gehuurd voor € 35,00 voor één dag. De dame achter de balie is nu niet wat je noemt erg vriendelijk, haar woorden komen wat snauwend uit haar mond. Rijbewijs laten zien, papier ondertekenen, betalen en dan overhandigd ze de sleutel. De auto staat daar en wijst naar een enorme parkeerplaats, zo van zoek het verder maar uit. We krijgen een spier witte Seat Ibiza mee, een klein pittig autootje.
 
Autoritje
Er zijn eigenlijk maar 3 hoofdwegen op Lanzarote, LZ1 (naar het Noorden), LZ2 (naar het Zuiden) en LZ3 (rond Arrecife). Daarnaast heb je nog vele kleinere wegen, die er allemaal goed verzorgt uitzien.
In het zuidwesten van Lanzarote ligt het ruigste deel van het eiland: het “Parque National de Timanfaya”. Dit beschermde gebied laat overduidelijk zien dat Lanzarote een vulkanische oorsprong heeft. Het nationaal park is vernoemd naar het eerste dorp dat tijdens de vulkaanuitbarstingen van 1730-1736 weggevaagd is. In totaal zijn tijdens zes jaar durende erupties maar liefst elf dorpen van de aardbodem verdwenen en is er bijna honderdtachtig vierkante kilometer landoppervlakte voorgoed veranderd. Deze uitbarstingen die volgens de overleveringen startten op 1 september 1730 zijn de zwaarste die Lanzarote ooit meegemaakt heeft. In het jaar 1824 is er ook nog een uitbarsting geweest, maar deze was echter veel minder intens dan de uitbarstingen in de achttiende eeuw. Iedere dag kun je tussen 9 en 17 uur het nationale park bezoeken.
We gaan vroeg op pad om de meute van toeristen voor te zijn. Het is vandaag een beetje bewolkt en er waait een frisse wind. We kleden ons goed aan en nemen een korte broek mee voor het geval dat het warmer wordt. We rijden over de LZ2 richting Tias en Yaiza, nemen daar bij de rondweg om Yaiza de LZ-67 naar de ingang van het park.  We komen om 8:30 uur bij de ingang van het park aan en moeten wachten tot 9:00 voordat we een entree kaartje kunnen kopen (€ 9,00 per persoon). We rijden door tot aan de grote parkeerplaats bij restaurant El Diablo.
 
Van daaruit mag je niet zelf verder het park inrijden, maar wordt je verder vervoerd per bus. Deze bustocht door het ruige vulkaanlandschap duurt ongeveer 30 minuten en is inbegrepen in de entreeprijs. Tijdens de rit, over een prachtig aangelegde asfaltweg, krijg je een fraai zicht op een deel van de 25 kraters en meer dan honderd vulkaankegels. Via meertalige uitleg (Spaans, Engels, Duits en Frans) wordt de geschiedenis van het park verteld. Je mag overigens nergens de bus uit onderweg. Op een aantal plekken wordt eventjes stilgestaan zodat je vanuit de bus even de tijd hebt om foto's te maken. Het maken van mooie foto’s wordt een beetje bemoeilijkt door de weerspiegeling in de ruit van de bus.
Doordat je niet de bus uit mag en niemand daardoor vrij het park in kan, zie je nergens zwerfafval. Dat maakt deze ongerepte bijzonder omgeving nog bijzonderder. En mocht er toch iets van afval door de wind meegenomen zijn, dan wordt dit snel opgeruimd. Het is een bijzondere rit door dit maanachtig landschap waarvan de kleuren zich afwisselen van zwart, grijs naar rood. Hieronder een foto impressie, die meer zegt dan woorden kunnen beschrijven.
Dat er nog degelijk vulkanische activiteit is wordt duidelijk als je terug bent bij de parkeerplaats. Daar wordt op vier verschillende manieren aangetoond dat de warmte tot heel dicht onder de oppervlakte komt.
Eén van de medewerkers van het park laat gasten in een cirkel staan en geeft iedereen een beetje lavagrind dat hij op een bepaalde plek van de bodem haalt. Het grind is bijna te warm om vast te pakken (ik heb een beetje meegenomen voor mijn kleindochter Bobby).
  1. Het publiek mag rondom een kuil gaan staan. Je voelt en ziet de warmte al uit de kuil omhoog komen. Er wordt een bosje stro bovenaan de kuil gelegd. Al snel gaat het stro roken en binnen tien tot twintig seconden vliegt het als gevolg van de warmte in brand. Er komt geen vuur aan te pas om het stro in brand te steken, de warmte is voldoende.
  2. In de grond zijn kokers aanwezig die de grond ingaan. Zodra de toeschouwers op veilige afstand staan giet een medewerker er een beetje water in. Er komt dan een beetje stoom uit de pijp. Dat is een voorproefje van wat er komen gaat. De medewerker of gids vertelt dat je nu je camera stand-by moet houden, want je hebt 2 seconden om te reageren. Er wordt nu een grotere hoeveelheid water in getapt...... twee seconden later spuit het in een klap meters omhoog.
  3. Bij het restaurant is er een put van zes meter diep waar vulkanische warmte uit komt. De temperatuur in het gat is hoger dan driehonderd graden Celsius. Boven het gat ligt een rooster waar het restaurant aardappels op gaart en als BBQ gebruikt voor de kippetjes.
Na afloop drinken we nog even een kopje koffie en rijden dan terug naar de hoofdweg en slaan links af en vervolgen de LZ-67 richting het “Mancha Blanco’s visitors and interpretation centre”. De expositie ruimte is interessant om te bekijken om een betere indruk te krijgen hoe het eiland ontstaan is. Er worden wandelingen met een gids van hieruit georganiseerd en wij hopen dat we nog mee kunnen. Maar helaas, deze wandelingen zitten voor de komende 2 maanden al vol! We kunnen wel op een wachtlijst gezet worden, maar daarvoor moeten we dan maandag, woensdag of vrijdag om 9:00 uur aanwezig zijn. Dat gaat het dus niet worden. Zelfstandig het gebied in wandelen is verboden en indien je dit wel doet loop je het risico op een boete van wel € 600,00 per persoon!
We rijden terug langs dezelfde weg langs een plek waar je per dromedaris een ritje kunt maken. Maar uit principe doen wij dat niet, dieren horen niet uitgebuit te worden voor het toerisme. Vanaf Aiaza nemen we de LZ-704 naar het vissersdorpje “El Golfo”. Het dorp: Las Casas de El Golfo” is genoemd naar de gelijknamige voormalige El Golfo vulkaan. Bij een restaurantje nemen we enkele entrada’s (voorgerechtjes), wat voor de lunch meer dan genoeg is. Daarna wandelen we het dorpje in om naar de brekende golven te kijken, in het bijzonder bij een inham is dit een spectaculair gezicht.
We vervolgen onze weg via de LZ-703 langs de westkust richting La Hoya. Onderweg rijden we langs een zoutwinningsgebied, heuvels met zwart lavazand, waar men tegen de heuvel muurtjes in een bochtje heeft gebouwd om de aanplant te beschermen tegen de wind. In de verte zien we het volgende eiland “Fuerteventura” liggen. Vervolgens rijden we terug naar Arrecife via de LZ-702, langs de oostkust bij Tias om uiteindelijk weer in de stad Arrecife aan te komen.
Fred krijgt onderweg een berichtje van de opticien: zijn bril is klaar! Door de wirwar van éénrichtingsstraatjes in Arrecife hebben we eindelijk een parkeerplaats gevonden die nog enigszins in de buurt van de opticien is. We moeten even wachten want de winkel is nog gesloten, maar dan heeft Fred weer een goede bril! Op naar de supermarkt en dan terug naar de Marina waar we de auto weer inleveren. Al bij al weer een volle enerverend dagje geweest.
 
Pakketje verstuurd en ontvangen
We hebben weer een aantal dingen besteld in Nederland en Ingrid heeft deze wederom netjes naar ons toe verzonden. Een ring om de Fisheye lens te kunnen bevestigen op mijn fototoestel, mijn medicatie en een aantal Wifi sticks voor Fred. Ook mijn vriendin Anneke heeft een heel pakketje samengeteld van dingen die ik besteld had en heel graag wilde hebben, zoals bepaalde kruiden, drop, hagelslag en pepermunt. Bedankt weer lieve mensen!
 
Andere zeilers
In bijna elke haven ligt wel een “verloren” bootje zoals ik ze noem. Zeer verwaarloost, met loshangende lijnen, vergane zeilen, grijs en groen uitgeslagen. Wat voor verhaal zou er achter zitten vraag ik me weleens af. Zo ook in deze Marina. Een tweetal bootjes, waarvan er ééntje met een Nederlandse vlag erop, maar bewoond door een Spanjaard(?) en de andere met een hondje aan boord. Allebei zien ze er heel bijzonder uit, een soort kluizenaarsbootjes. De steiger waar ze aanliggen is wat smaller, heeft geen verlichting en is niet heel erg goed onderhouden, duidelijk een plek voor bijzondere bootjes. Is het toeval dat aan deze aparte steiger Mark met zijn bootje ligt?
Hoewel aan onze steiger ligt ook een heel apart bootje, geel met een groen dek. Ook hier zal zeker een verhaal bij horen, wellicht komen we daar nog achter.
 
Mark eet een aantal avonden met ons mee en Peter komt ook een keertje aan boord. We wisselen weer de nodige informatie met elkaar uit. We zullen hun nog wel vaker zien.
----------
 
     << Terug >>